Hadrianuslaan in Den Hoorn

door Jacques Moerman

Een aantal weken geleden keurde de gemeente Midden-Delfland
de naam Hadrianuslaan goed. Vorige week stonden in De Schakel de eerste
bouwaanvragen voor woningen aan deze nieuwe weg, die parallel loopt aan de noordzijde
van het eerste deel van de Woudselaan in Den Hoorn. Wat is de herkomst van de
naam Hadrianuslaan?

Munt met de beeltenis van keizer Hadrianus (117-138).

In de jaren zestig van de vorige eeuw raapte de schrijver van dit artikeltje op een stuk bouwland langs de Woudselaan scherven op uit de eerste eeuwen van onze jaartelling (de Romeinse tijd). In de jaren tachtig vond er een noodopgraving in de buurt plaats, waarbij een boerderijerf uit de tweede eeuw na Christus werd blootgelegd. Bij die gelegenheid werden ook de eerste Romeinse munten aangetroffen, waaronder een munt met de beeltenis van keizer Hadrianus (117-138).

In de afgelopen jaren zijn er – vooruitlopend op de bouw van woningen en bedrijven in de Harnaschpolder – verschillende grote opgravingen in het gebied geweest. Hierbij zijn meerdere boerderijen uit de Romeinse tijd blootgelegd. Het bleek te gaan om woonplaatsen van  Cananefaten. Zij waren sterk beïnvloed door de Romeinen, die vanaf het jaar 70 in het huidige Voorburg een hoofdplaats bezaten. Deze vestiging werd in de periode 120-121 na Christus
bezocht door keizer Hadrianus, die op doorreis was naar Brittannia (Engeland). Bij die gelegenheid verleende hij de plaats stadsrechten en stimuleerde hij de ontwikkeling ervan. Vanaf dat moment kreeg de nieuwe stad de naam Forum Hadriani. Op het hoogtepunt telde zij zo’n 1000 inwoners. De stedelingen konden alleen overleven dankzij de aanwezigheid van een groot agrarisch achterland, dat zich uitstrekte tot het huidige gebied van Den Hoorn. Een groot deel van de bestaande Harnaschpolder en het oostelijk deel van de Woudse Polder is toen systematisch
ontgonnen. Er zijn slotenpatronen ontdekt die teruggaan op het Romeinse maatsysteem van de gulden snede. Recentelijk is in Sion een Romeinse landweg opgegraven, die het boerderijengebied verbond met de Romeinse rijksweg, die van Naaldwijk (de Maasmond) naar Forum Hadriani (Voorburg) liep. Langs deze hoofdweg zijn op meerdere plaatsen Romeinse mijlpalen (een soort ANWB-borden) aangetroffen. Het vondstmateriaal in de Harnaschpolder maakt duidelijk dat de
bewoners hier volop hebben geprofiteerd van de Romeinse aanwezigheid in de omgeving. Zij ruilden voedsel voor luxevoorwerpen, zoals glas, sieraden, aardewerk en metalen gereedschap. Sommige boerderijen kregen een omgang, een porticus, die afgeleid was van Romeinse bouwwerken. De Cananefaten gingen, net zoals de Romeinen, hun doden cremeren. De vondst van Romeinse munten bewijst dat er ook sprake was van een geldcultuur. De komst van keizer Hadrianus in dit gebied moet de bloei van het agrarische achterland van Forum Hadriani hebben gestimuleerd. De Romeinse munten met zijn beeltenis getuigen hiervan. Niet zonder reden is
zijn naam verbonden met een nieuwe weg in het Harnaschgebied. Toen de Romeinen
omstreeks het jaar 270 Forum Hadriani verlieten, vertrokken ook de meeste boeren uit deze omgeving.

Hopelijk volgen er in de nieuwe bouwzone langs de Woudselaan meer namen die verwijzen naar belangrijke perioden uit de geschiedenis van dit oude cultuurgebied. Wie meer wil lezen over de Romeinse aanwezigheid in de regio en andere archeologische perioden uit de geschiedenis van Midden-Delfland wordt verwezen naar het Historisch Jaarboek Schipluiden 2010. Het is voor €
20,- te koop in Museum Het Tramstation te Schipluiden (open op woensdag- en
zaterdagmiddag van 14.00-16.00 uur). Het boek is een kleurrijk en boeiend Sinterklaascadeau!

Rozemarijn dertig jaar of ouder?

Zaterdag 18 september 2010 vond in de Dorpshoeve de musical Rosemary plaats, bedacht en kostelijk uitgevoerd door bewoners uit de wijk Rozemarijn. Deze woonbuurt bestaat in 2010 dertig jaar. Dit geldt alleen voor de nieuwbouw, want in werkelijkheid werd er reeds in de tweede eeuw gewoond op de westelijke oever van een kreek (de Gaag), die toen een onderdeel vormde van het Gantelstelsel. Hier leefden enkele Cananefatenfamilies van akkerbouw, veeteelt en visvangst. Tussen de Brugstraat en de Kaag is in oktober 1978 een erf met woning teruggevonden van deze eerste Rozemarijners.

Uit navraag bleek afgelopen zaterdag dat veel bewoners niet weten dat de naam Rozemarijn afkomstig is van een rederijkersgezelschap, dat van het laatste kwart van de zestiende tot het begin van de achttiende eeuw in het dorp heeft bestaan. Jonge Schipluidenaren – veelal van boerenafkomst – kwamen in de wintermaanden in de herberg De Vergulde Valck bijeen om te dichten en om plezier bij de tap te hebben. De plaatselijke schoolmeester –  naast de dominee de meest geletterde persoon van het dorp – begeleidde gewoonlijk deze ‘culturele’ avonden. De naam van de rederijkerskamer van Schipluiden was ‘’t Rosmareyn’. Het kruid Rozemarijn is een oud middel voor de versterking van het geheugen; het geldt als een symbool voor vriendschap en trouw. Dit laatste was een belangrijk uitgangspunt voor de rederijkers van Schipluiden. Zij voerden de zinspreuk ‘’s Woords kracht’.

Lees er meer over bij: Herkomst Oude Namen => Rozemarijn